HOE SPORTEN BLINDE EN SLECHTZIENDE MENSEN?

U kan de foto vergroten via een muisklik of via de entertoets.

Terug naar overzicht Algemeen infopakket voor kinderen Ga naar QUIZVRAGEN EN DOE-OPDRACHTEN

Sport is leuk en gezond voor je lichaam en je geest. Sporten helpt als je boos of gespannen bent. En in een sportclub kun je vrienden maken! Ook als je blind of slechtziend bent, is sport heel belangrijk. We nemen je mee op ontdekkingsreis langs verschillende sporten die mensen met een visuele handicap beoefenen. Hoe doen ze dat?

Goalbal

Goalbal is de meest gespeelde zaalsport voor blinden en slechtzienden in de hele wereld. Je speelt het in een zaal, op een terrein van 18 meter lang en 9 meter breed. Aan elke kant is er een goal, twee meter breder dan een voetbalgoal. De bal weegt 1 kilogram 250 gram. Twee teams van drie spelers proberen de bal in elkaars doel te rollen. De bal tegenhouden kan door ervoor te gaan liggen. In de bal zitten belletjes, zodat de spelers hem horen aankomen. Op alle lijnen is touw geplakt. De spelers dragen een zwarte skibril. Goalbal is een Paralympische sport.

Zoek een filmpje over goalbal op Youtube.

Torbal

Torbal wordt in België veel gespeeld. Het is geen Palympische sport. 'Torbal' komt uit het Duits: 'Tor' betekent 'doel'. Het spel wordt gespeeld op een iets kleiner terrein dan dat van goalbal en met een lichtere bal (500 gram). Maar het kan er behoorlijk hevig aan toe gaan! Er zijn twee ploegen met elk drie spelers. Zij rollen een rinkelbal naar het doel van de tegenstander, onder drie koorden die over het veld gespannen zijn. Aan de koorden hangen belletjes en de bal mag die belletjes niet raken. De spelers kunnen de bal horen, maar niet zien. Ze moeten dus heel goed luisteren en geconcentreerd zijn. Een spel duurt dan ook maar twee keer vijf minuten (effectieve speeltijd). Mensen die niet blind of slechtziend zijn, mogen meespelen, want iedereen draagt een zwarte skibril.

Zoek een filmpje over torbal op Youtube.

Showdown

Nog zo’n leuke sport is showdown. Dit spel komt uit Canada en lijkt een beetje op tafeltennis. De tafel heeft rechtopstaande randen en aan beide kanten een gat, net als bij tafelvoetbal. De spelers dragen een zwarte skibril. Met een ‘bat’ proberen ze het balletje in het gat van de tegenstander te slaan. Het balletje rinkelt, zodat je het hoort aankomen.

Zoek een filmpje over showdown op Youtube.

Atletiek

Atletiek is een verzameling van verschillende sporten: langeafstandslopen, sprinten, hoogspringen, kogelstoten, verspringen... Ook blinde en slechtziende mensen beoefenen deze sporten. Sommige sporten kunnen zij niet doen, zoals polsstokspringen en hordenlopen.

Als iemand die blind is een wedstrijd loopt, mag hij dat doen samen met zijn 'begeleider'. De begeleider loopt naast hem. Een brede elastiek verbindt hun armen met elkaar. De blinde persoon kiest de snelheid: hij loopt zo snel mogelijk. Bij de 100 en de 400 meter krijgen de blinde of slechtziende sporter en zijn begeleider elk een baan, naast elkaar.

Bij het hoogspringen nemen ziende mensen een aanloop. Ook blinde en slechtziende mensen doen dat. Ze lopen 9 tot 12 passen. De begeleider staat achter de lat en geeft de juiste richting aan. Na de aanloop stoot de blinde persoon zich af. Het is heel belangrijk dat het in het stadion muisstil is, want de hoogspringer moet zijn gids horen en zijn passen tellen. Hoe hoog denk je dat iemand die volledig blind is, kan springen op de Paralympische Spelen? Wel, een blinde topsporter sprong ooit 1 meter 80, een slechtziende bijna 2 meter!

Bij het verspringen start de atleet vanaf een vast vertrekpunt. Hij neemt een aanloop van 15 passen en maakt dan zijn sprong. Blinde topsporters springen meer dan 6 meter ver.

Skiën

De begeleider van een slechtziende persoon skiet best vooraan. Sommige slechtzienden kunnen het reflecterende jasje van de begeleider immers nog zien en hem zo volgen. De begeleider van een blinde skiër skiet dan weer beter achteraan, want zo kan hij beter zien wat de blinde persoon doet en of er hindernissen zijn.

Er is een duidelijke afspraak: de blinde of slechtziende persoon laat zich onmiddellijk vallen als de begeleider "vallen" roept. Als er echt gevaar dreigt, is er immers geen tijd meer om uitleg te geven!

Zwemmen

Zwemmers zien aan de lijnen op de grond wanneer ze het einde van het zwembad bereikt hebben en moeten omkeren. Hoe weet een blinde zwemmer dat? Wel, de begeleider tikt met een spons op het hoofd van de sporter als hij bijna bij de rand is, of er klinkt een geluidssignaal. De lijnen die op het water drijven, helpen de zwemmers om recht te zwemmen.

Sommige blinde of slechtziende zwemmers herken je aan hun blauwe badmuts met een tekening van een mannetje met witte stok.

Paardrijden

Paardrijden is in de eerste plaats leuk als ontspanning. In competitieverband doen blinde of slechtziende mensen vooral dressuur. Op de piste horen ze bij elke letter een geluid of een stem. Sinds 2004 rijden de ruiters bij de Paralympics op eigen paarden. Voordien moesten zij de wedstrijd op leenpaarden rijden, omdat het te duur was om een eigen paard mee te nemen. Sommige ruiters horen aan de ademhaling van het paard hoe het loopt en waar ze zijn op de binnenpiste.

Schietsport

Schieten vraagt van de sporter heel wat concentratie. In het begin van de jaren tachtig bedacht een Zweed een elektronische richtkijker met toongenerator voor mensen met een visuele handicap. Als de schutter de kijker van het geweer richt op de schietkaart, hoort hij via de koptelefoon een fluittoon. Naarmate hij beter op de roos mikt, klinkt de toon hoger. Om goed te schieten, moet je rustig ademhalen en heel veel oefenen.

Judo

Twee ziende judoka’s staan recht tegenover elkaar. De een probeert de ander vast te grijpen. Visueel gehandicapte judoka’s starten altijd vanuit een positie waarbij ze elkaar losjes vasthouden. Op de speciale geribbelde matten voelen ze perfect waar ze staan. De scheidsrechters roepen ook wanneer de judoka's te dicht bij de rand van de mat komen.

Wielrennen

Blinde en slechtziende sporters fietsen op een tandem. Tandemrijden is een wedstrijdsport. Het kan binnen (op de baan) en buiten. De piloot zit vooraan en kan zien. De ‘stoker’ is de blinde of slechtziende sporter. Tandemrijden is een echte teamsport: beide rijders moeten snel zijn en goed samenwerken!

Hoe herken je blinde en slechtziende sporters?

Er bestaat een internationaal herkenningsteken voor blinde en slechtziende sporters: drie zwarte bollen op een gele ondergrond. Heel wat sporters gebruiken een sporthesje met dat teken erop, maar er bestaan ook armbanden en badmutsen. In België draagt de begeleider vaak een geel hesje met een zwart uitroepteken erop.

Sporten is gezond!

Mensen met een visuele handicap moeten meestal meer moeite doen om een sport te beoefenen. Daardoor zijn ze vaak vlugger moe. Maar het is heel belangrijk dat ze sporten. Extra bewegen ontspant je en houdt je fit en gezond!

Meer weten?

Wist je dat er een blinde of slechtziende persoon naar je klas kan komen? Dan leer je nog veel meer en kun je vragen stellen. Vraag meer informatie over een klasbezoek, workshop of inleefactiviteit: tel. 0473 95 18 99, vorming@lichtenliefde.be.