Menu:

Solidariteitsprojecten van, voor en met blinde en slechtziende mensen.

EEN VISUELE HANDICAP

U kan de foto vergroten via een muisklik of via de entertoets.

Onze ogen zitten heel complex in elkaar. Met alle onderdelen kan, om allerlei redenen, iets mislopen. In ernstige gevallen spreken we van een visuele handicap. Deze tekst vertelt u wat meer over blind of slechtziend zijn. Er bestaat een grote diversiteit in de groep van mensen met een visuele beperking.

Door deze tekst te lezen en te gebruiken, werkt u mee aan de inclusie van blinde en slechtziende personen. Hartelijk dank daarvoor!

Een blinde of slechtziende ervaringsdeskundige kan u nog veel meer vertellen over het leven met een visuele handicap. Zo’n rechtstreeks gesprek en het 'zelf ervaren' laten een diepere indruk na dan het lezen van een tekst. Geïnteresseerd? Vraag een workshop, vorming of inleefactiviteit aan bij Licht en Liefde: tel. 0473 95 18 99, vorming@lichtenliefde.be.

Wanneer spreken we van een visuele handicap?

De oogarts bepaalt de visuele handicap. Hij meet onder meer de gezichtsscherpte en het gezichtsveld. Ook stoornissen van andere oogfuncties zoals oogmotoriek, licht- en donkeradaptatie, dieptezicht, kleurzin en de cerebrale visuele functies spelen een rol. Vaak is er sprake van een combinatie van verschillende stoornissen.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een aantal parameters opgesteld. Iemand wordt als SLECHTZIEND beschouwd als hij, na de beste optische correctie (dus mét bril of lenzen):

  • ofwel een gezichtsscherpte heeft van minder dan of juist 3/10 met beide ogen. Dit wil zeggen dat pas op 3 meter afstand zichtbaar wordt, wat een goed ziende persoon al op 10 meter afstand ziet.
  • of een gezichtsveld heeft dat kleiner dan of gelijk aan 20 graden is. Bij een goed ziende persoon is dat ongeveer 180 graden.

Iemand wordt als BLIND beschouwd als hij, na de beste optische correctie (dit betekent: mét bril of lenzen):

  • ofwel een gezichtsscherpte heeft van minder dan of juist 1/20 met beide ogen;
  • of een gezichtsveld dat kleiner dan of gelijk aan 10 graden is.

Welke soorten visuele handicap zijn er en welke problemen veroorzaken ze?

Lang niet alle mensen met een visuele handicap zijn blind. Er zijn veel meer mensen die wel nog iets zien, dan dat er mensen zijn die helemaal niets zien.

Er bestaan heel veel soorten slechtziendheid. De mate van slecht zien verschilt ook van situatie tot situatie en van persoon tot persoon. In elk vlaamsoogpunt kunt u een educatieve koffer ontlenen, waarin onder meer simulatiebrillen zitten. Daarmee kunt u telkens een andere vorm van slechtziendheid zelf ervaren.

Als u met de simulatiebrillen of -foto’s werkt, weet dan dat de weergave en opdeling kunstmatig zijn. In realiteit zien mensen meestal geen zwarte vlekken, maar ‘niets’ of vlekken in andere kleuren. Velen hebben een combinatie van verschillende vormen van slecht zien (bv. kokerzicht gecombineerd met wazig zicht). Onthoud vooral dat elke slechtziende persoon op een andere manier waarneemt.

De foto hiernaast toont een kunstwerk zoals een goedziende persoon het waarneemt: 'Unhabitat 1’ van Sterling Ruby, een kubus met de kleuren van de regenboog. Hierna geven we enkele verschillende vormen van slechtziendheid weer via simulaties die gebaseerd zijn op deze foto.

Iemand met wazig zicht (bril 2 in de educatieve koffer) kijkt als het ware door een heel dikke mist. Vooral lezen en gezichten of details herkennen zijn moeilijk of onmogelijk. Deze vorm van slechtziendheid komt voor bij mensen met cataract.

Bij verlies van het centrale gezichtsveld (bril 3) blijft alleen zijdelingse waarneming behouden. In plaats van een zwarte vlek, zoals op de foto, is er in werkelijkheid meestal ‘niets’ meer te zien in het centrale veld. Deze slechtzienden zullen naast u kijken, want dat is de beste manier om u toch enigszins te zien. Deze vorm van slechtziendheid komt voor bij macula-degeneratie.

Bij mensen met kokerzicht (bril 4) is het gezichtsveld verkleind tot een nauwe koker. Vooral verplaatsingen zijn voor deze mensen moeilijk, omdat ze geen overzicht hebben van bijvoorbeeld het straatbeeld. Lezen kan soms wel, als het restzicht in de koker nog scherp is. Een aandoening die kokerzicht veroorzaakt, is retinitis pigmentosa of RP.

Mensen met vlekkenzicht (bril 5) hebben vlekken in het gezichtsveld. Soms bewegen die of zijn ze er de ene dag wel, de andere niet. Dit soort zicht komt voor bij sommige mensen met suikerziekte (diabetische retinopathie).

Mensen die een hersenbloeding kregen, kunnen last hebben van halfzijdig zicht (bril 6). Hun ogen werken perfect, maar het probleem situeert zich ter hoogte van de oogzenuw of de hersenen. De informatie die het oog waarneemt, wordt niet volledig naar de hersenen doorgestuurd of niet juist verwerkt. Deze vorm van slecht zien noemt men ook CVI (Cerebrale Visuele Inperkingen).

Hoeveel blinden en slechtzienden zijn er in België?

2 à 3 personen op 100 in België (en onze buurlanden) hebben een visuele handicap; circa 1 op 1000 mensen is (maatschappelijk) blind. Exacte cijfers zijn spijtig genoeg niet beschikbaar.

Velen krijgen de visuele handicap pas op latere leeftijd. Zo'n 85 procent van de personen met een visuele handicap zijn ouder dan vijftig jaar. In onze vergrijzende samenleving vormen senioren met een visuele beperking een steeds grotere groep.

Bronnen

© Blindenzorg Licht en Liefde 2014