BLIND OF SLECHTZIEND: EEN VISUELE HANDICAP
U kan de foto vergroten via een muisklik of via de entertoets.
Wat als een bril of lenzen niet (of niet genoeg) helpen om goed te zien? Dan ben je slechtziend. Slechtziendheid is een handicap. We noemen het een ‘visuele handicap’. Bij sommigen is die handicap licht of matig: zij zien nog redelijk veel. Anderen zijn zwaar slechtziend of blind, zij hebben een zware visuele handicap.
Gezichtsscherpte en gezichtsveld
Eerst moeten we twee woorden uitleggen:
- Gezichtsscherpte:
Hoe scherp kun je iets zien? Als je zicht niet helemaal scherp is, dan is het wazig. Je moet dan dichterbij komen om iets goed te zien. Veel mensen dragen een bril of lenzen om scherp te zien. Zonder bril of lenzen zien zij wazig. Bij slechtziende mensen helpt een bril niet, of niet genoeg.
- Gezichtsveld:
Hoe breed kun je zien? De meeste mensen zien niet alleen recht vooruit, maar ook een beetje opzij. Je gezichtsveld is dan ongeveer een halve cirkel (180 graden).
Houd je handen bij je oren, terwijl je recht voor je uit kijkt. Wanneer je je vingers beweegt, zul je ze nog steeds zien! Maar wat recht voor je gebeurt, zie je het best.
Er zijn mensen die een kleiner gezichtsveld hebben. Ook zij zijn slechtziend. Bij sommige mensen is het alsof ze door een buis kijken, zo klein is hun gezichtsveld.
Wanneer ben je blind?
Veel mensen denken dat een blinde persoon helemaal niets meer ziet. Maar dat is lang niet altijd zo. We noemen iemand blind als zijn gezichtsscherpte kleiner dan of gelijk aan 1/20 (één twintigste) is, zelfs met een bril of lenzen. Dit betekent dat als iemand met twee goede ogen een stoel al op twintig meter afstand ziet, iemand met heel slechte ogen dezelfde stoel pas op één meter afstand of minder kan zien.
We noemen iemand ook blind als zijn gezichtsveld kleiner dan of gelijk aan 10 graden is. Dat is alsof je door een héél smalle buis kijkt.
Wanneer ben je zwaar slechtziend?
Een zwaar slechtziende persoon heeft een gezichtsscherpte van 3/10 (drie tienden) of minder, zelfs met een bril of lenzen. Als iemand met goede ogen een stoel al op tien meter afstand ziet, dan ziet de slechtziende persoon die stoel pas op 3 meter of minder.
Ook als je gezichtsveld kleiner of gelijk aan 20 graden is, ben je zwaar slechtziend.
Zwaar slechtziende mensen mogen een witte stok gebruiken, ook al zijn ze niet blind.
Wanneer ben je licht of matig slechtziend?
Als je niet goed ziet, dan kan de oogarts je meestal helpen. Je krijgt een bril of lenzen. Daarmee kun je weer goed ver kijken (als je bijziend bent) of lezen (als je verziend bent). Je bent dan niet slechtziend!
Pas als een bril of lenzen niet helpen, ben je slechtziend. Je ziet dan altijd minder goed dan de andere mensen, er is niets aan te doen. Maar als je meer dan 3/10 ziet en je gezichtsveld meer dan 20 graden is, ben je niet zwaar slechtziend.
Soorten slechtziendheid
Er zijn heel veel soorten slechtziendheid. Sommige mensen zien de wereld altijd door een mist. Anderen moeten om een grote zwarte vlek heen kijken. Of het lijkt alsof ze door een buis kijken. Dat kun je zelf eens uitproberen, door je beide vuisten voor je ogen te houden met een kleine opening erin. Wat zie je nu nog van de klas, en kun je nog lezen? Het kan ook dat je ogen de hele dag trillen. Dit zijn maar enkele voorbeelden van wat er met de ogen mis kan zijn.
Er zijn ook mensen die niet alle kleuren kunnen zien. Dat is soms wel vervelend, maar meestal valt het wel mee. Die mensen zijn dus licht slechtziend.
Elke slechtziende persoon ziet anders!
Zoals er geen twee dezelfde mensen bestaan, zo bestaan er ook geen twee slechtzienden die op precies dezelfde manier zien. Sommige mensen hebben net veel licht nodig om te kunnen zien, bij anderen doet het licht pijn aan de ogen. Soms verschilt het zelfs van dag tot dag! Denk dus niet te gauw dat je weet wat iemand ziet, of wat die persoon wel of niet meer kan.
Foto’s kunnen helpen om te snappen hoe slechtziende mensen zien. Hier zie je een foto van een versierde tunnel. Hij loopt onder de duinen in De Haan. De beschilderde wanden zijn een kunstwerk van Brigada Ramona Parra. De foto is scherp. Zo ziet een goedziende persoon deze tunnel.
Nu tonen we dezelfde tunnel, maar gefotografeerd zoals mensen met verschillende soorten slechtziendheid hem zien.
Bekijk elke foto. Wat is er mis? Weet je telkens welke soort slechtziendheid dit is?
De EERSTE FOTO is heel wazig. Sommige mensen zien zo weinig scherp, dat het een soort mist lijkt. Ze zien geen details, geen mooie lijnen… alleen vlekken. Lezen en mensen herkennen is voor hen heel moeilijk. Ze kunnen immers je gezicht niet zien: ze zien alleen een rozige vlek.
Bij tunnel- of kokerzicht (de TWEEDE FOTO) valt het zicht opzij langzaam maar zeker weg. Je ziet alles door een tunnel, die steeds kleiner wordt. Sommige mensen kunnen door dat kokertje nog lezen. Maar de weg vinden op straat is heel moeilijk. Het kan perfect dat iemand met tunnelzicht een euromunt ziet liggen op de stoep , maar even later tegen een lantaarnpaal botst (die net buiten zijn koker stond). Hier zie je de versierde tunnel, met nagebootst kokerzicht.
Het omgekeerde van kokerzicht kan ook. Bij sommige oogziektes valt het zicht middenin weg. Op de DERDE FOTO hebben we dat nagebootst met een zwarte vlek. Deze mensen zien alleen opzij nog iets. Als je me zo iemand praat, lijkt het vaak alsof hij naast jou kijkt. Alleen zo kan hij jou zien! Als hij recht naar jou kijkt, zit je verborgen achter de vlek.
Sommige mensen hebben vlekken in hun gezichtsveld. Die vlekken kunnen zwart zijn of een andere kleur hebben. Het kan ook dat de vlekken voortdurend bewegen, of dat ze er de ene keer niet zijn en de andere keer wel. Lastig! De VIERDE FOTO toont hoe het kan zijn.
Als je kleurenblind bent, kun je niet alle kleuren zien. Sommige mensen zien bijvoorbeeld geen rood of groen, zoals op de VIJFDE FOTO. Het kunstwerk ziet er dan heel anders uit! Een heel klein aantal kleurenblinden zien helemaal geen kleuren. Zij leven in een zwart-witfilm… En raar maar waar: deze mensen zien beter in het donker dan anderen!
Dat je minder goed ziet in het donker, is normaal. Je ogen hebben licht nodig om te kijken. Het is ook normaal dat je moeilijker kunt kijken als er te veel licht is: dan raak je verblind. Als je opeens vanuit het licht in een donkere ruimte komt, moeten je ogen even wennen. Je pupil wordt dan groter. Kom je vanuit het donker in fel licht, dan duurt het ook even voor je pupil kleiner geworden is. Test het eens uit!
De ogen van sommige mensen kunnen zich moeilijk aanpassen aan meer of minder licht. Mensen die nachtblind zijn, zien bijna niets meer als het donker wordt. Het omgekeerde bestaat ook: als je lichtschuw bent, zie je heel slecht als er veel licht is. Het minste beetje licht verblindt je dan of doet pijn aan je ogen. Lichtschuwe mensen dragen vaak een bril met oranje, gele of donkere glazen. Ook opzij en bovenaan is de bril afgesloten.
Op de ZESDE FOTO zie je de tunnel zoals lichtschuwe mensen die zien als er te veel licht is.
Lichtschuwe mensen dragen een speciale bril.
Goede ogen hebben en toch niet goed zien?
Het kan! Bij sommige blinden en slechtzienden is er niets mis met de ogen. Het probleem zit bij de oogzenuw of in de hersenen. De oogzenuw vervoert de beelden die onze ogen opvangen naar onze hersenen. De hersenen helpen ons te herkennen wat we zien. Door een tumor of een hersenbloeding kan een stuk van het beeld of zelfs het hele zicht wegvallen.
Test het zelf eens uit!
De educatieve koffer van Licht en Liefde kun je ontlenen in elk vlaamsoogpunt. Er zitten simulatiebrillen in. Die brillen dienen niet om beter te zien. Ze tonen je hoe het is als je slechtziend bent! Als je zo’n bril opzet en recht vooruit kijkt, ervaar je hoe sommige slechtziende mensen de wereld zien. Maar het zijn slechts voorbeelden. Vaak komen verschillende vormen van slecht zien samen voor. Je zou dus – om het nog beter te kunnen ervaren – verschillende brillen tegelijk moeten opzetten.
Hoe herken je een blinde of slechtziende persoon?
Blinde en ernstig slechtziende mensen kunnen op straat een witte stok gebruiken. Zo weten de andere mensen dat ze extra voorzichtig moeten zijn en dat ze goeiedag moeten zeggen in plaats van te zwaaien. Tegelijk kan de stok een soort voelspriet zijn: hij helpt om op het juiste pad te blijven en nergens tegenaan te botsen.
Een slechtziende persoon is vaak minder goed herkenbaar dan iemand die blind is. Slechtzienden dragen vaak een bril met dikke, donkere of rood-oranje gekleurde glazen. Ze stappen soms achter je aan als ze de straat willen oversteken. Of ze halen een loep of kijkertje boven als ze iets willen lezen. Maar er zijn grote verschillen tussen slechtziende personen. Mensen die door een kleine koker moeten kijken, hebben het bijvoorbeeld moeilijk in het verkeer, maar kunnen wel een boek lezen. Bij sommige andere slechtzienden is het dan weer net omgekeerd!
‘Kijken’ met je andere zintuigen
Een olifant is bijziend, maar kan heel goed horen. Bovendien gebruikt hij zijn slurf om te ruiken en te voelen. Zo zijn er veel dieren die slecht zien en toch nergens moeite mee hebben, omdat ze hun andere zintuigen gebruiken: horen, voelen, ruiken, smaken. Ook mensen hebben vijf zintuigen. Je kunt daar ongelooflijk veel mee doen!
Zie je alleen met je ogen? Nee, je kunt ook kijken door te…
- Horen:
Blinde kinderen herkennen papa, mama en andere mensen heel snel aan hun stem. Ze horen aan de stem ook of iemand blij of boos, verrast of ongerust is. Vaak kennen ze ook je voetstappen! Een auto herkennen ze aan het geluid van de motor. Ook lezen kan met de oren. Luisterpunt (www.luisterpuntbibliotheek.be) is een speciale bibliotheek. Al wie het nodig heeft, kan daar luisterboeken (en brailleboeken) ontlenen.
- Voelen:
Als je blind bent of heel slecht ziet, is het moeilijk om je weg te vinden. Hoe weet je waar je moet lopen en waar er iets in de weg staat? Blinde kinderen leren hoe ze op straat kunnen lopen met een witte taststok. Ze zwaaien de stok zachtjes voor zich uit en tikken ermee op de grond. Zo voelen en horen ze of ze goed lopen en of er iets in de weg staat. Ze voelen of ze nog op het voetpad lopen of bij de rand van de stoep zijn. Blinde kinderen leren lezen met hun vingers. Dat kan dankzij het voelalfabet van Louis Braille. Over dat brailleschrift lees je meer in een volgende tekst.
- Ruiken:
Ruiken is weer een andere manier om te ‘zien’ zonder je ogen. Blinde kinderen leren hun neus goed te gebruiken. Zo herkennen ze bijvoorbeeld gebakken aardappels, choco of een hyacint. Door de lekkere geur van gebakken brood weten ze dat ze voorbij de bakker wandelen.
- Proeven:
Ook proeven helpt! Heel veel dingen hebben een smaak: zout, zoet, zuur, bitter. (Ken je ook de vijfde smaak, umami?) Aan de smaak kun je herkennen wat je eet of drinkt. Probeer het eens met een blinddoek om: het is moeilijker dan je denkt! Blinde kinderen leren hun smaak beter te gebruiken.
Meer weten?
Wist je dat er een blinde of slechtziende persoon naar je klas kan komen? Dan leer je nog veel meer en kun je vragen stellen. Vraag meer informatie over een klasbezoek, workshop of inleefactiviteit: tel. 0473 95 18 99, vorming@lichtenliefde.be.
© Blindenzorg Licht en Liefde 2014