Menu:

Solidariteitsprojecten van, voor en met blinde en slechtziende mensen.

HOE WERKEN JE OGEN?

U kan de foto vergroten via een muisklik of via de entertoets.

Als je ogen goed werken, gebruik je ze de hele dag door. Je ziet er je huis mee, de gebouwen in de straat, verkeer op de weg, de school, je klas. Je kijkt naar je vrienden en vriendinnen, de juf of meester, boeken, het schoolbord, het computerscherm, de televisie. Je ziet beesten, planten, de zon en de maan, heel af en toe een prachtige regenboog… Toch zijn er ook dingen die je niet kunt zien. Gas en elektriciteit bijvoorbeeld. Of wat er achter je rug gebeurt. Of je kamer als het helemaal donker is! Zien lijkt heel gewoon en het gaat vanzelf. Je hoeft er geen moeite voor te doen maar wat is nu precies een oog? En hoe komt het dat je kunt kijken?

Dieren zien anders dan mensen

Ook de meeste dieren hebben ogen. Maar zij zien vaak anders dan mensen!

  • Een buizerd… ziet veel scherper: hij heeft verrekijkerogen.
  • Een olifant… kan niet erg ver kijken, maar hoort heel goed.
  • Een paard… ziet vooruit, opzij en naar achter tegelijk.
  • Een kikker… kan zijn ogen in alle richtingen draaien.
  • Een kat… ziet minder kleuren, maar kan wel beter in het donker zien.
  • Een hond… ruikt veel beter dan hij ziet.
  • Een mol… heeft heel kleine, zwakke oogjes en leeft in het duister.
  • Een garnaal… heeft ogen op steeltjes en ziet veel meer kleuren.
  • Een insect… heeft tientallen tot tienduizenden piepkleine oogjes bij elkaar.

Net een fototoestel

Een oog zit ingewikkeld in elkaar. Je kunt het vergelijken met een fototoestel.

Stel dat je een foto van een auto wilt maken. Dan kijk je door de lens of op het schermpje, je ziet de auto en je klikt. Het beeld van de auto komt nu op het fotorolletje of in het geheugen van je toestel. Met kijken gaat het eigenlijk ook zo.

Het oog heeft een hoornvlies, een lens en een netvlies. In het hoornvlies zit een klein gaatje: de pupil (het kleine zwarte bolletje midden in je oog). Als er veel licht is, is je pupil klein; als er weinig licht is, wordt hij groter. Je pupil past zich dus zelf aan de sterkte van het licht aan. Ga maar eens in het donker voor de spiegel staan, doe daarna het licht aan en kijk in de spiegel wat er met je ogen gebeurt. Je ziet je pupil kleiner worden!

Als er nu een auto voor je staat, valt het beeld van die auto door de pupil en de lens op je netvlies. Het is alsof er op je netvlies een foto van de auto wordt afgedrukt. Die foto zie je gewoon voor en rond je! Je kunt erin rondlopen en alles aanraken. Je oog maakt voortdurend nieuwe foto’s, zodat je bewegende beelden ziet. Je ziet dus eigenlijk een film, eentje waar je zelf in meespeelt!

We zien met twee ogen

Heb je je wel eens afgevraagd waarom je met je twee ogen maar één beeld ziet (tenzij je dronken bent)? Eigenlijk is het beeld van het ene oog toch een heel klein beetje anders dan dat van het andere. Het verschil is zo klein, dat je het niet merkt. Maar door dat verschil zien we diepte of afstand: je ziet dat er een trapje is, of dat die ene auto een beetje verder weg is dan de andere. De film die we zien, is dus in 3D!

Test het even uit: neem in allebei je handen een potlood en doe één oog dicht. Strek je armen wijd uit en breng ze dan gestrekt voor je naar elkaar toe. Probeer de punten van de potloden tegen elkaar te laten komen, met je ene oog nog steeds dicht. Je zult merken hoe moeilijk het is! Probeer het dan nog een keer met twee ogen open. Dat lukt beter!

Er zijn mensen die maar één goed oog hebben. Zij moeten op een andere manier afstanden leren zien. In het verkeer is dat natuurlijk heel belangrijk.

Je ogen bewegen tegelijk

Bij elk oog zitten spiertjes. Daarmee kun je je ogen bewegen: naar boven en naar beneden, naar links en naar rechts. Dat is handig, want zo kun je veel meer zien dan als je ogen stil zouden staan.

Het is ook handig dat je ogen tegelijk bewegen. Als je linkeroog naar links zou kijken en je rechteroog naar rechts, dan zou je twee verschillende foto’s op je netvlies krijgen. Het kan wel eens gebeuren dat je ogen niet tegelijk bewegen. Dan kijk je scheel.

Bij sommige dieren is het normaal dat hun ogen apart bewegen. Bij de meeste vissen, hagedissen en vogels is dat zo. Bij een kameleon kun je het duidelijk zien. Er is ook nog een ander verschil met de ogen van de mens. Bij mensen zitten de ogen aan de voorzijde van het hoofd. Bij hagedissen, vissen en vogels zitten ze aan de zijkant. Het linker- en het rechteroog zien dan verschillende dingen. Op de netvliezen komen verschillende plaatjes. 

Zien doe je niet alleen met je ogen

Wat is er, naast je ogen, nog meer nodig om te zien? Denk eens terug aan de foto van de auto…

  • De auto die je ziet rijden, komt als een soort foto op je netvlies te staan. Maar dan weet jij nog niet dat je ogen een auto zien. Het beeld moet eerst naar je hersenen. Dat gebeurt langs de oogzenuw: een soort kabeltje in je hoofd, van het oog naar de hersenen. Alles moet natuurlijk bliksemsnel gaan. Stel je voor dat je het beeld van een aankomende auto pas na enkele seconden zou zien!
    Bij sommige mensen werken de oogzenuwen niet of niet goed meer. Die mensen kunnen niets zien, ook al werken hun ogen perfect.
     
  • Ook onze hersenen werken mee. Zij tonen ons de beelden die de ogen hebben gemaakt en doorgestuurd. Maar ze tonen de beelden niet zomaar. Ze proberen die eerst te snappen! Zo komt het dat je soms iets anders ziet dan wat er is. Je hersenen hebben het dan verkeerd begrepen. Als je door een dorre woestijn trekt, kun je plotseling een oase zien. Wanneer je dichterbij komt, is er helemaal niets meer! Of je ziet in de verte je vriend lopen, maar wanneer je bij hem komt, merk je dat het iemand anders is die ook zo’n trui draagt. Je ogen hebben je gefopt! Iets speciaals is ook het televisiebeeld: je ziet veel kleuren, maar als je er van héél dichtbij naar kijkt, zie je allemaal piepkleine lichtpuntjes en maar enkele kleuren! Je hersenen maken van al die kleine puntjes één geheel.

Er zijn mensen die goede ogen en oogzenuwen hebben, maar toch niet goed kunnen zien. Er is dan een probleem met de hersenen. Dat kan bijvoorbeeld door een ongeval of een hersenbloeding komen. Die mensen zien wel goed, maar begrijpen niet altijd wat ze zien. Ze herkennen jou bijvoorbeeld wel op jouw stoel in de klas, maar niet als ze je op straat tegenkomen.

Via de volgende link zie je hoe het oog gebouwd is en hoe het werkt: http://www.bioplek.org/animaties/oog/oogonderbouw.html. Met het kleine pijltje linksonder ga je telkens naar een andere pagina.

Je leert met je ogen

Wie goed kan zien, leert met zijn ogen de hele wereld kennen. Als je een baby bent, zie je in je box allerlei speelgoed liggen. Rammelaars en blokken bijvoorbeeld. Je bent nieuwsgierig. Dus kruip je ernaartoe en pak je de dingen vast. Je ogen zien van alles tegelijk. Als je gaat lopen, zie je nog veel meer. Al die dingen wil je ontdekken: de tafel, de stoelen, een bloempot… Voor je moeder was dat vroeger wel eens lastig. Want als klein kind wist je natuurlijk nog niet wat gevaarlijk was. Dat heb je moeten leren. Ook op school gebruik je je ogen voortdurend.

Kinderen die slecht zien of blind zijn, moeten de wereld ontdekken met hun andere zintuigen. Zij voelen en luisteren vooral. Ook op school leren ze alle op een andere manier.

Meer weten?

Wist je dat er een blinde of slechtziende persoon naar je klas kan komen? Dan leer je nog veel meer en kun je vragen stellen. Vraag meer informatie over een klasbezoek, workshop of inleefactiviteit: tel. 0473 95 18 99, vorming@lichtenliefde.be.

© Blindenzorg Licht en Liefde 2014