Menu:

Solidariteitsprojecten van, voor en met blinde en slechtziende mensen.

Raakvlakken (door Piet Devos)

U kan de foto vergroten via een muisklik of via de entertoets.

Een lijfelijke dialoog tussen dans en klei

Zeven lichamen bewegen vrijelijk door de ruimte. Soms kruipend, soms rollend, soms behoedzaam voortstappend. Hier en daar komen we een ander tegen. Even strijken onze armen langs elkaar, of verstrengelen onze handen zich om dan weer los te laten en alleen verder te gaan. Dit is slechts een van de vele dansoefeningen tijdens de vijfdaagse workshop ‘Bewogen beeld’ die kunstenaar Alexandra Jacquet aanbiedt in het Kortrijkse Oogatelier.

Hoe kun je, door middel van aanrakingen, contact maken met anderen? Dat is de centrale vraag waar het deze vijf dagen om draait. In de gewone wereld communiceren zienden veelal via oogcontact, terwijl mensen met een visuele handicap op de stem vertrouwen. Maar tijdens deze workshop is het vooral ons lichaam dat we moeten laten spreken, zonder al te veel woorden dus.

Zowel voor de twee ziende als voor de vijf visueel gehandicapte deelnemers is dit een nieuwe, best spannende ontdekkingstocht, maar daarom ook des te verrijkender. Binnen deze ruimte zijn we allen gelijk, want de zienden hebben ervoor gekozen om bij de dansoefeningen een blinddoek te dragen. “Zo hoor ik meer bij de groep en ben ik minder snel afgeleid door wat ik zie”, beschrijft deelnemer Hilde haar ervaring. “Ik kan ook beter focussen op mijn eigen lichaam.”

Alexandra, die al jaren dergelijke workshops begeleidt, zorgt ervoor dat iedereen zich veilig voelt en deel van de groep. In coronatijden betekent veiligheid onder meer dat we allen zopas negatief getest hebben en bijgevolg ook, zonder zorgen, in elkaars nabijheid kunnen komen. Na al de ‘social distancing’ van het afgelopen anderhalf jaar is het heel prettig om ineens op een schouder te mogen leunen, iemand steun te bieden met je heupen of rug aan rug te staan. Toch bespeur ik bij mezelf en sommige anderen ook enige onwennigheid. Een ander aanraken dient immers altijd respectvol en met wederzijdse toestemming te verlopen. Daarom leren we hier onze eigen grenzen te onderkennen, alsook duidelijk te maken aan de ander hoe je wel en hoe je niet aangeraakt wenst te worden.

Als we vrij door de zaal bewegen, ziet een ziende deelnemer erop toe dat niemand zich bezeert. Maar ook onze blote voeten vertellen ons waar we ons ongeveer bevinden. De dansvloer bestaat namelijk uit zachte tapijten omzoomd met kussens. “Zo te bewegen geeft je een groot gevoel van vrijheid”, merkt Mei Lan op. “Als ik over straat loop met mijn stok, moet ik altijd op mijn hoede zijn voor mogelijke obstakels op de stoep. Hier valt die spanning van je af.”

Het is inderdaad een heuse bevrijding, wanneer Alexandra ons vraagt met onze bewegingen en gebaren de vier elementen – aarde, lucht, water en vuur – uit te drukken. Zelf tracht ik me vloeiend te verplaatsen als een rivier, me om te wentelen als een golf, me traag te verheffen als waterdamp. Niets van wat we doen, is goed of fout. Hier gaat het niet om de uitvoering van perfecte danspassen of -figuren. Wel vormen we met onze lichamen een imaginair landschap, eerst als afzonderlijke elementen, later meer gezamenlijk. Terwijl Olivia haar poëtische associaties op het thema ‘vuur’ hardop de vrije loop laat, proberen wij gestalte te geven aan wat haar woorden in ons oproepen: “Ik zie een woestijn. Kamelen onder een verzengende zon. Brandend zand. Maar er is ook het vuur van mijn hart. Mijn hart dat zich opent. De warmte die ik jou wil schenken.”

De workshop ‘Bewogen beeld’ past in het meerjarige project ‘HOOGSTPERSOONLIJK!’, dat in 2021 van start is gegaan. Met dit project nodigt Licht en Liefde ons uit na te denken over identiteit en visuele handicap. In de huidige beeldcultuur voeren mensen zichzelf voortdurend op in selfies en zelfgemaakte filmpjes. Maar kun je je identiteit ook met niet-visuele middelen vormgeven? “Het letterlijk ‘in de spiegel kijken’ krijgt een andere betekenis wanneer we kijken zonder onze ogen, wanneer we voelen, ruiken, proeven, bewegen...”, licht Cindy Peeters, de coördinator van ‘HOOGSTPERSOONLIJK!’, het project toe. Wie ben ik, als ik mijn zicht niet of slechts ten dele kan gebruiken? En hoe kan ik, via mijn andere zintuigen, een verbinding aangaan met anderen? Dit zijn boeiende vragen die natuurlijk niet alleen van belang zijn voor blinden en slechtzienden. Ook mensen zonder visuele beperking kunnen er veel baat bij hebben eens los te komen van het beeldenbombardement op Facebook en andere sociale media.

Voor dit onderzoek naar ons zelfbeeld zet ‘HOOGSTPERSOONLIJK!’ volledig in op kunst. Zoals Alexandra Jacquet hier in Kortrijk doet tijdens ‘Bewogen beeld’, zullen ook nog andere professionele kunstenaars workshops organiseren waar de deelnemers kunnen experimenteren met uiteenlopende artistieke middelen. Van dans, beeldhouwen, audiokunst, schilderen op glas tot en met een schrijfatelier – er zal voor elk wat wils zijn. Het uiteindelijke doel is om creaties van al deze workshops samen te brengen in een mooie overzichtstentoonstelling.

In het Kortrijkse Oogatelier hebben we de dansvloer inmiddels verlaten om op lange tafels met klei en gips aan de slag te gaan. Het imaginaire landschap dat we zo-even nog gedanst hebben, rijst nu langzaam op onder onze knedende handen. De kleine kunstwerkjes die we op die manier individueel maken, komen ten slotte op de grond terecht, waar we alles samenvoegen tot één grote kleisculptuur van wel twee meter lang. Grenzen vervagen. Sommigen wagen zelfs een danspasje op de klei of graven geulen met ontblote armen. De zoektocht naar raakvlakken gaat onverminderd door. Raakvlakken tussen onze verschillende lichamen, maar evengoed tussen onze huid en deze aardse materialen.

De workshop ‘Bewogen beeld’ is bovenal een oefening in lijfelijkheid, weg van het eeuwige denken en oeverloos palaveren. Het is een herontdekking van ons eigen lichaam, maar ook van onze sterke nood aan het contact met anderen. Of zoals Kathleen het zo treffend samenvat: “Hier verhuis je van je hoofdkwartier naar je hartkwartier!”

Piet Devos, 10 november 2021